Bereiding

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Meng de suiker, het amandelpoeder en de bloem samen met de zachte boter en roer er daarna het ei door voor de koekbodem. Werk af met een snufje zout. Kneed kort tot deeg en laat even rusten in de koelkast onder folie in de mengkom. Rol het deeg uit, prik even in met een vork en steek met een ronde vorm rondjes uit van 3 centimeter. Schik op bakpapier en bak 8 à 9 minuten tot lichtgoudgele koekjes. Laat afkoelen. 

Maak de ganache: Kook de room op. Neem van het vuur en smelt er beide chocolades in tot een gladde ganache.

Maak de roosmeringue door de eiwitten in een met azijn uitgewreven mengkom te doen en met de keukenrobot op de middelste stand te kloppen tot een witte massa. Breng het water en de griessuiker aan de kook en los er het geweekte gelatineblaadje in op. Neem van het vuur. Giet straalsgewijs bij de opgeklopte eiwitten en laat kloppen tot de meringue afgekoeld is. Werk af met rozenwater en rode kleurstof. Doe in een spuitzak met platte spuitkop en spuit mooie toefjes meringue op de koekjes. Strijk het bovenste plat met ‘een natte vinger’. Plaats op een uitdruiprekje boven een bakplaat en overgiet elk toefje met de ganache. Laat mooi opstijven.

Presenteer en geniet.