De knikkers van Qadir - Leo Bormans & Qadir Nadery | Over het boek

De knikkers van Qadir:
Over het boek

> Terug naar homepage

Het boek is gebaseerd op waargebeurde feiten. We volgen het leven van Qadir Nadery vanaf 1989, het jaar waarin hij in Afghanistan als achtjarige met een eerste dodelijke aanslag wordt geconfronteerd, tot in 2020 als hij in Europa verblijft.

Qadir Nadery belandt in 2015 na een onheilspellende vlucht van drie maanden, samen met zijn vrouw en twee kinderen, in een Belgisch vluchtelingenkamp. Het boek opent met een proloog waarin de cruciale en gevaarlijke tocht over zee wordt beschreven. Nadien verloopt het verhaal chronologisch.

De vier grote delen van het boek zijn opgehangen aan edelstenen, zoals die in de rijke ondergrond van Afghanistan te vinden zijn: topaas (dat de drager tijdelijk onzichtbaar kan maken), smaragd (symbool voor onsterfelijkheid), jaspis (dat de reiziger behoedt ook al is de uitputting nabij) en robijn (waarin twee dieprode stromen samenvloeien: liefde en bloedvergieten zonder eind).

Grote thema’s in het boek zijn vriendschap en hoop, noodlot en toeval, identiteit en erkenning, herinnering en verbeelding. De knikkers vormen een rode draad, net als Anaar (de grote granaatappelboomgaard die zijn vader wil aanleggen), Arussi (het grote trouwfeest aan de andere kant van de bergen) en de legendarische verhalen van de oude Perzische held Rostam die de moeder van Qadir aan hem vertelt.

Sommige interventies van de Belgische staat worden letterlijk overgenomen, waardoor deze passages een harde, kafkaiaanse indruk geven, die de lezer onverbloemd met de realiteit confronteert.

In het boek zijn sommige namen en details veranderd voor de veiligheid van de betrokkenen. Ook Qadir Nadery is een schuilnaam. De oorlog is niet gedaan. Aan het einde van het boek vind je een summier overzicht van de oorlog in Afghanistan, zodat je bepaalde feiten beter in hun context kunt plaatsen.

> Terug naar homepage

Auteur Leo Bormans over 'De knikkers van Qadir'

 
Een vader op de vlucht...

De jonge Qadir groeit op in een klein dorp in Afghanistan met de droomverhalen van zijn moeder en de wilskracht van een vader die van geen wijken wil weten. Zijn enige bezit: acht knikkers.

Alles ademt oorlog. Overal sterven dierbare mensen. Qadir houdt zich overeind door te werken voor de internationale troepen die zijn land komen bevrijden. Tot ook hij, achtervolgd door de taliban, met vrouw en kinderen moet vluchten voor het geweld. Over de bergen en over de zee. Na drie maanden belanden ze in Europa. Maar de Grote Portier laat hen niet binnen. Stuk voor stuk verliest Qadir de rinkelende knikkers van zijn leven. En toch is er hoop.

> Lees meer over het boek
 

336 pagina's | Paperback E-book