Cartografie is een discipline die zowel wetenschappelijke, technische, esthetische als historische en filosofische aspecten bevat. In het eerste hoofdstuk wordt de discipline gesitueerd in het breder kader van de geografie en de geomatica. In het tweede hoofdstuk worden de geschiedenis van de cartografie en de historische cartografie samen behandeld. In het derde hoofdstuk wordt het basisvocabularium over kaarten gedefinieerd. Het aansluitende hoofdstuk handelt over basisbegrippen van geodesie en kaartprojecties. In het vijfde hoofdstuk worden de cartografische semiologie en syntaxis besproken. Kleuren zijn een essentieel element bij cartografische voorstellingen en worden in het zesde hoofdstuk afzonderlijk uitgediept. Ook teksten worden in een afzonderlijk hoofdstuk behandeld. De planimetrische voorstelling en reliëfvoorstelling worden in het achtste en negende hoofdstuk voorgesteld.Generalisatie krijgt een afzonderlijke behandeling. In de daarop volgende hoofdstukken stelt men topografische, navigatie en thematische kaarten voor. Het boek eindigt met een inleiding tot de kaartproductie en een bespreking van het kaartgebruik.