4 mythes over je blaas en verkeerde plasgewoonten

4 mythes over je blaas en verkeerde plasgewoonten

27/09/2021

Het lijkt wel alsof sommige mythes van generatie op generatie onder vrouwen worden doorgegeven. Onschuldige tips en hints die je mama vroeger meegaf, kunnen onbewust verkeerd blaasgedrag veroorzaken en zo bekkenbodemproblemen in de hand werken. 

 

Voorbeeld 1. Uit voorzorg even plassen!

Just in case. Heb je de gewoonte om altijd nog snel even te plassen voordat je het huis verlaat en overal waar je aankomt, eerst even te gaan plassen? Als die gewoonte een routine wordt, dan luister je zelden naar je blaas. Het kan je normale blaaswerking en blaasgevoel verstoren. Misschien zet je ook te veel druk om snel snel dat just-in-caseplasje eruit te drukken?  Probeer dat liever te vermijden; een gezonde volwassen blaas kan met gemak 500 ml ophouden. Terwijl je blaas zich geleidelijk aanvult, kan de drang om te plassen oplopen. Probeer dus bij die eerste gevoelens niet onmiddellijk toe te geven, maar leer de signalen van je blaas goed begrijpen. Pas als je voelt dat de drang sterker wordt en je waarschijnlijk eerder 350 à 500 ml in je blaas hebt, ga je het best plassen. Bijhouden wat je precies gedronken en gegeten hebt (in fruit en groenten zit bijvoorbeeld ook heel watvocht, waardoor je misschien wat sneller weer een gevulde blaas zult hebben), kan je helpen om je lichaam te begrijpen. 

Voorbeeld 2. Openbare toiletten zijn vuil

Ga maar beter niet op die bril zitten, want dan kom je misschien met vieze bacteriën in contact en krijg je een blaasinfectie. Ben jij ook zo iemand die altijd boven het toilet hangt te zweven, het liefst met je broek ook veilig hoog, om contact met die vuile grond te vermijden? 
Wel, die gewoonte kan juist meer problemen veroorzaken.
Door de spierspanning die je opbouwt om die ongemakkelijke houding aan te nemen, zwevend boven het toilet, kun je je bekkenbodemspieren minder goed loslaten en ontspannen. Je plast waarschijnlijk daardoor je blaas onvoldoende leeg. Het kleine restje urine dat achterblijft, is een broeihaard voor bacteriën en kan een blaasinfectie veroorzaken. Ga dus liever altijd goed gesteund zitten op de bril, laat je kledij voldoende zakken, ontspan je buik en bekkenbodem, en plas rustig leeg.

 

Voorbeeld 3. Plas maar goed door, een sterke plasstraal is het teken dat je flink plast

Druk jij steeds op je blaas om met een sterke plasstraal je blaas te ledigen? Ook dat doe je beter niet. Als je rustig en goed neerzit op de bril en je bekkenbodemspieren loslaat, zullen je hersenen onbewust je blaas aansturen om zichzelf leeg te knijpen. Laat je blaas dus doen waarvoor ze dient. Het is een spier die zich rustig en gecontroleerd zal leegknijpen.

 

Voorbeeld 4. Bekkenbodemspieren zijn belangrijk, je traint ze het best met de urinestop

Als je in kleine straaltjes kunt plassen, weet je dat het goed zit daaronder. Neen, urinestop is helemaal geen goede bekkenbodemspieroefening. Bij de urine- of zogenaamde pipistop laat je eerst je plas lopen en knijp je dan je bekkenbodemspieren toe om je plas trots op te houden. Als dat lukt, weet je dat je bekkenbodemspieren goed samentrekken. Maar als je dat een aantal keer na elkaar doet, verstoor je het evenwicht tussen je blaas en bekkenbodem. Je blaasspier is een gladde spier, een spier die onbewust door je hersenen wordt aangestuurd. We kunnen die spier niet écht controleren. Vergelijk het met je hartspier: ook dat is een spier die je niet zomaar even kunt ophouden of stilleggen.

 

Het bekkenbodemboek

Als wat je als vrouw over je bekkenbodem wil weten

Hedwig Neels

Specialiste Hedwig Neels geeft enkele belangrijke basisprincipes en preventieve guidelines mee voor een gezonde bekkenbodem. Met dit boek wil ze de onzekerheid die veel vrouwen nog steeds voelen rond dit onderwerp wegnemen. Hedwig volgt de levenscyclus van de vrouw zodat zowel jong als oud er iets aan heeft! Ze legt je uit hoe je bekkenbodemproblemen kunt vermijden, oplossen en hoe je best kunt omgaan met blijvende veranderingen of klachten.